34

‘t is goed in ‘t eigen hert te kijken

nog even voor het slapen gaan

of ik van dageraad tot avond

geen enkel hert heb zeer gedaan.

Of ik geen ogen heb doen schreien,

geen weemoed op een wezen lei.

Of ik aan liefdeloze mensen

een woordeke van liefde zei.

En vind ik. in het huis mijns herten

dal in een droefenis genas.

dat ik in mijn armen heb gewonden

rondom een hoofd, dat eenzaam was.

Dan voel ik. op mijn jonge lippen,

die goedheid lijk een avond-zoen.

‘i is goed in ‘t eigen hert te kijken

en zo zijn ogen toe te doen.

Alice Nahon