20
Moederke
‘t En is van u
híernederwaard,
geschilderd of
geschreven
mij, moederke,
geen beeltenis,
geen beeld van u
gebleven.
Geen tekening,
geen lichtdrukmaal.
geen beitelwerk
van stene
‘t en zij dat beeld
in mij. dat gij
geiaten hebt.
aliene.
o Moge ik, u
onwaardig, nooit
die beeltenis
bederven.
maar eerzaam iaat
ze leven in
mij, eerzaam in
mij sterven.
G. Gezelle