101

Wij zaten samen, zwijgend

       bij het haardvuur;

mijn lieve moeder en ik.

Bij elk klokgetik

kwam haar stervensuur,

nader en nader.

Maar toen ik haar zacht

naar het bed geleidde,

wist ik

hoe een Engel, zingend

aanschreed achter ons beide.

Want moedig had mijn moeder,

in mijn handen afstand van

       daad en tijd gedaan.

Trots en wenend ben ik

       van haar heengegaan.

M. Gijsen