28
Verkiesiijk is het, duizendmaal,
te rusten in Gods hemelzaal.
als op der aarde. al wierd men rijk,
te slaven om wat ijdel siijk.
‘k Beminde uw huis, O Heer, en zag
den luister geren van uw dag:
uw dag, hij is mij opgestaan;
uw huis, ik ben erin gegaan.
Vaartwel. en die dit leest onthoudt
dat ge ook in de tijds de dood beschouwt
G. Gezelle